In het Wilde Westen was er niet zoveel tijd om aan kunst te doen. Er moest gewoon gewerkt worden. Toneelspelen is misschien best leuk, eens in het jaar, bijvoorbeeld met kerst, maar om te kunnen leven moet je toch echt een fatsoenlijk beroep hebben op de prairie. Zoals cowboy, hoeder of farmer. Het is dan ook logisch dat toneelspelers, kunstschilders en kunstenaars niet een bijster hoog aanzien hadden in het Wilde Westen. Ze werden toch vooral aangezien voor klaplopers, profiteurs, zeurnichten en good-for-nothings.
Als kunstenaars te vaak in de saloon zaten te zuipen op kosten van de taxpayer dan kwam de sheriff binnen, sloeg de kunstenaar buiten westen en roofde zijn geldbuidel. Zo kon de sheriff toch nog iets terugpakken van wat de kunstenaar min of meer onrechtmatig had verkregen. Zo zag men dat in die tijd.
Over de kunstbeleving op de prairie gaat het volgende gedicht. Het heeft een prachtige tegelwijsheidachtige slotzin. Bijna weer actueel.
We moeten jouw soort eigenlijk niet
wij houden niet van Shakespeare en mime
hou je eigen broek maar op
een ieder is zijn eigen riem
Countryman Ray
Geen opmerkingen:
Een reactie posten