In de goede oude tijd van de prairie was het leven aangenaam simpel. In de General Store in de gemiddelde Main Street was er bijv. geen overdaad aan (overbodige) spullen, maar gewoon één merk whisky, één smaak koffie, één type pikhouweel en één kleur werkbroek. Een kamer huren ging zonder puntensysteem. Er was er maar één de baas, en dat was de sheriff. Er ging maar één keer per week een postkoets naar de stad. Er was maar één saloon, en slechts één kerk. Dat was dus allemaal makkelijk en duidelijk, het ontbrak de bewoners dan ook volledig aan keuze-stress. Maar er is helaas altijd wel iemand die ontevreden is, zo ook bijvoorbeeld ene Jack Houlihan die tijdelijk in het gehucht Dusty Hills, Nevada, verbleef. Hij vond het leven op de prairie maar niks, blijkt uit het volgende gedicht. Ik zeg op mijn beurt: hij heeft het gewoon niet begrepen. Het prairieleven is van een ongekende schoonheid, je moet het echter wel willen zien.
ik ben helaas gestrand in dit ***boerengat
wat een verschil met mijn grote stad
de bewoners hier zijn dom en flegmatiek
er is geen schouwburg, zelfs geen fabriek
in de winkels verkopen ze niets wat lekker is
en ze vinden al gauw dat iemand een gekkerd is
als je geen paard rijdt dan is er niets te doen
het is hier uitgestorven van noen tot noen
de sheriff is een luie verwaande kwast
die bovendien slordig op zijn boeven past
degene die zichzelf tot dokter heeft verklaard
is zelfs de term kwakzalver niet waard
een waardeloos dorp vol zand en ratelslangen
hoe sterk kan een mens naar beschaving verlangen!
gelukkig mag ik hier volgende week vandaan
dan komt er eindelijk weer eens een postkoets aan
Countryman Ray
Geen opmerkingen:
Een reactie posten