Geen geluid is bepalender geweest voor het wilde westen dan dat van de traditionele mondharmonica. Lekker makkelijk mee te nemen, weegt niets en je kan er ongeoefend mee uit de voeten. Het klinkt al snel prima.
De bekendste hondhamonicaspeler uit de negentiende eeuw was ongetwijfeld Boddy Ravensworth, een rare snuiter die er genoegen in schepte om hele opera's op zijn harmonica na te blazen. Erger werd het als hij een zelfgecomponeerd epos over een onbekend gebleven indiaan ten gehore bracht. Dat waren avondvullende blaaspartijen en het publiek viel niet zelden in slaap tijdens de voordracht. Over een van die grootse werken van Ravensworth gaat het volgende gedicht, dat overigens losjes is gebaseerd op een ooggetuigenverslag.
De indiaan kwam in E majeur
twinkelierend om de hoek
uiteindelijk was het deernis groot
en vertrok hij in zwaar weer
tussentijds stierven cowboys
werden kluchten opgeklopt
en verdronk B fis na enig strijd
in een gitzwart steendiep meer
de sheriff was gehangen
zijn deputy stierf snel
mineurgezang in de saloon
nooit triester als die keer
de indiaan werd opgejaagd
zijn hoeven droegen ver
gelukkig nam het tempo af
ten goede van de sfeer
de indiaan had het geluk
van rustig water in de buurt
hij sleet zo anderhalf uur
in feeƫrieke atmosfeer
voor iedereen die wakker bleef
kwam plotseling het einde
er een oerkreet uit zijn keel ontsproot
en smeet zijn mondstuk neer
Countryman Ray
vrijdag 26 november 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten