zondag 24 mei 2009

Point Knockers

Een keer, op een feestje, zei iemand tegen me dat het countryleven heel eenzijdig is. Ik vroeg hem wat hij bedoelde. Nu wist ik toevallig dat de bewuste persoon homo was (niks mis mee hoor, maar hij is het wel) en dus kwam het hoge woord eruit: op de prairie is geen plaats voor homo's. Tenminste, dat vond hij. Ik zei: hoe kom je daarbij? Op de prairie wordt er niet naar geaardheid gekeken.
Om aan te tonen dat er in de westernwereld ook best homo's voorkomen, heb ik een mooi gedicht geschreven over een blonde zwemgod, Bill. Het is niet per se een homogedicht, maar het gaat toevallig over een man die een andere man begluurt. Zoals homo's dat wel vaker doen. Niet dat ik dat zelf vind, ik ben geen homo namelijk, maar die zelfde vriend zei dat. Die zei: ja, we houden er wel van, een beetje te gluren naar lekkere mannen.
Hoe dan ook, ik toon met dit gedicht aan dat homo's best een plekje kunnen hebben op de prairie.


Ik liet mijn onschuldige banjo achter bij de kreek
van Point Knockers
waar blonde Bill
zijn baantjes trok
en ik vanuit de treurwilg
op zijn kruin keek
en meer zag

zoals de velden achter de kreek
de cactussen de bomen
en het begin van de prairie
waar ik zo van houd

Blonde Bill
de sterzwemmer van Point Knockers
met zijn driehoekige schouderpartij
en zijn regelmatige slag
in het water dat hem droeg

Van de kreek waar ik mijn onschuldige banjo
achterliet in de bramenstruik
onder de treurwilg


Countryman Ray

Geen opmerkingen:

Een reactie posten