vrijdag 29 oktober 2010

Chin chin

Proostliederen, zoals wij die kennen, komen voor 99 procent uit het Wilde Westen. Niet dat de prairiebewoners zulke innemers waren, maar omdat voor hun ieder glas sterke drank er eentje was om naar uit te zien. Als je dagenlang op de stoffige prairie had rondgereden, dan snakte je naar een 'warme strot', zoals ze het noemden.
Het gedicht van vandaag is een authentiek proostlied. Je zou denken dat het geen niveau heeft maar niets is minder waar. Het is een pittig lied, zoals hieronder te lezen is:


Bij wie alcohol in de aders vloeit,
Die is doorgaans heel blij,
Wiens strot van gin en whiskey gloeit,
Verheff' den zang als wij:
Hij bestelt voor ons, naar onze zin,
Wij slaan hem op de borst,
Het wildwestelijke feestlied in
Voor onze grootse dorst.


Countryman Ray

woensdag 27 oktober 2010

Time standing still

Op de prairie is er soms sprake van abnormaliteiten, zoals in Chinoogaka, Texas. In dat plaatsje leefden de inwoners van het jaar 1900 tot 1925 alsof het nog 1899 was. Dat kwam door een dominee die destijds het einde van de wereld voorspelde als eenmaal de 20e eeuw aan zou breken. De mensen in Chinoogaka leefden dus lange tijd het 19e eeuwse prairieleven, ze werden allemaal zeer oud en bleven heel lang kerngezond. Er kwam een einde aan toen de dominee in 1925 overleed en de bewoners zich afvroegen waar ze in Godsnaam mee bezig waren.


hij heeft het zelf gezegd
onze voorganger
als het jaar 1900 aanbreekt
vergaat onze wereld

daarom is hier altijd
1899
elk jaar beginnen we weer
van voren af aan

we hebben geen auto's
geen elektriciteit
we kennen telefoon
noch riolering

we leven voor altijd in
het nabije verleden
een tas vol boodschappen
kost twee dollar

buren doen klusjes voor elkaar
er is hier liefde en harmonie
er is geen onheil meer
en onze dominee, hij had

gelijk


Countryman Ray

maandag 25 oktober 2010

Humpaw-paw

Carnaval is niet echt een onderwerp voor in oktober en klinkt ook niet bepaald logisch in het kader van het wilde westen, maar toch: er werd op de prairie wel degelijk carnaval gevierd. Uit een country-studie van de universiteit van Tallahassee Florida bleek dat er in de roemruchtste jaren van het wilde westen, halverwege de negentiende eeuw, enorme optochten waren. Praalwagens, koetsen, uitgedoste mensen, verklede indianen; alles wees op carnavaleske toestanden.
In een degelijke beschouwing over carnaval, geschreven door Humbert Porridge, komt ene R.E. Benz uit Hoover Lake in voor. Hij zou de carnaval hebben meegenomen uit Europa. Gaan er bij u al belletjes rinkelen? Hoover Lake, dat lijkt toch precies op Hoevelaken? Vandaar dat dit gedicht gaat over de invloed van Nederlanders bij de viering van carnaval ten tijde van het wilde westen.


Wij vieren feest
dus weg met de malaise
En Lennard schiet Pointdexter
van dichtbij in z'n schouder
dat geeft herrie
van hier tot Ootle Dunk

De sheriffs hebben pauze
we zetten alle deuren op een kier
In de saloon bouwen wij een feestje
We schieten, remmen los en geef me nog een bier!

Hé tante, schiet jij maar met je sloffen
Dan schiet ik er wel wat looien achteraan
En drinken gaan we, als we kunnen poffen
Dus dwingen we de kroegbaas tot het mag

Wij vieren feest
dus weg met de malaise
En Stanley grijpt de colt
van de sheriff uit zijn broekzak
Wij gaan weer lachen
het wordt een dolle boel

2x


Countryman Ray

vrijdag 22 oktober 2010

Cheating for God

Vroeger hadden dominees niet allemaal een vaste standplaats. Sommige dominees trokken rond als reizende predikers over de prairie, het Woord brengend in de meest afgelegen plaatsen. Ze leefden van de opbrengst van de collecte en van wat ze verder aan eten en drinken van de locals konden krijgen. Een zo'n dominee was the Reverend Alexander Shields. Hij had een goede reden om constant rond te blijven trekken. Hij ging namelijk steeds weer in de fout op de plaatsen waar hij kwam. Wat hij deed? Je leest het hieronder in dit sonnet.


hij was dan wel de dominee,
gezant van de hemelse God,
maar zijn ziel was in twee
dat was helaas zijn duivels lot

waar hij kwam ging hij gokken:
kaarten, dobbelen, een weddenschap
hij wist de mensen steeds te lokken -
preekte; met bedrog als volgende stap

men ontdekte zijn gemerkte kaartspel
zijn verzwaarde dobbelstenen
men zag heus zijn valse baard wel
en dan nam dominee de benen
op weg naar het volgende gehucht
tot hij ook daar weer was weggevlucht


Countryman Ray

woensdag 20 oktober 2010

Pretty colors

Hoewel de meeste foto's die we hebben van het Wilde Westen in zwart-wit zijn, moet het er behoorlijk kleurig en fleurig zijn geweest. Uit overleveringen van indianen weten we dat er zeker negentig verschillende kleuren in de lucht zitten en dat de kleigronden vaak uit meerdere kleurlagen bestaat. Vandaar dat dichters in die tijd altijd erg gefixeerd waren op kleuren. En dan met name Mary Buttersword, die honderden gedichten schreef over kleuren. Het waren over het algemeen vrij zemelige gedichten, over liefde en dergelijke, maar altijd met een behoorlijke aandacht voor kleur. Zoals uit het onderstaande gedicht blijkt:

Liefste, ik blijf je altijd trouw
zoals de lucht die van okerachtig blauw
via magentarodig naar kastanjebruinachtig lila
je hebt een berghut en geen villa
maar dat interesseert me niet veel
al was je haar niet blauwtintgrijs maar okergeel
of zoals de lucht soms grijsbleek soms antracietgrauw

Liefste, wij zijn een stel apart
zoals de bodem soms avondvurigrood is of gitzwart
via karmozijn naar vlakbeige lichtoranje
je hebt geen stijl en ook geen franje
maar ik ben zelf ook niet veel moois
met een korenblauwe rok, of is 't turkoois?
voor onze toekomst maak ik me hard


Countryman Ray

maandag 18 oktober 2010

The old moaning blind man

Bij het woord prairie denk je tegenwoordig natuurlijk meteen aan countrymuziek. In grote delen van de U.S.A. hoor je op de radio uitsluitend countryzenders. In de goede oude tijd was er natuurlijk geen radio, maar muziek was er wel. Bijvoorbeeld van Blind Jack Singleton, een blinde singer-songwriter uit Hazy, Californie. Al zijn liedjes komen op hetzelfde neer, hij jeremieerde tot vervelens toe over het feit dat hij blind was. Wat een zemelaar, ik kan me daar zelfs nu, bijna 100 jaar na dato, nog boos over maken als ik niet oppas. Daarom hieronder een tekst zoals die op al zijn bluesliedjes van toepassing is.


o God waarom ben ik blind
ik ben al blind sinds ik een kind
ben

wat heb ik U toch misdaan
ik kan niet zien waar ik moet gaan
staan

ik kan goed horen en ook ruiken
maar mijn ogen kan ik niet gebruiken
dus

dat is wat ik hebben moet
twee ogen, dan is het goed
zien

ik vraag u Heer
geef me mijn zicht
want het doet me zeer
mijn ogen zo dicht
mijn ogen zo dicht

ik wil best een bril
ik zal voor altijd stil
zijn

als ik maar kon zien
dat is wat ik verdien
toch?

ik vraag u Heer
geef me mijn zicht
want het doet me zeer
mijn ogen zo dicht
mijn ogen zo dicht


Countryman Ray

vrijdag 15 oktober 2010

Trumpet a gogo

De trompet was het meest geliefde instrument van het wilde westen, als je croniqueur Joe Daley mag geloven. Uit een mondelinge overlevering is een vers bekend dat verhaalt van de grote trompetter Alphonse Dumoulin. Daarover gaat dit feestelijke gedicht.

Toe Alphonse, het klinkt zo mooi
speel ons nog eens een wijsje
Doe het niet voor mij Alphonse,
maar doe het voor mijn meisje

Zij houdt wel van een mop muziek
het meest nog van een strijsje*
dus alsjeblieft o lieve Phonse,
speel haar een heel fraai vijsje**

Alphonse hij was de kwaadste niet
en pakte snel zijn kleisje***
hij speelde zachtjes in de wind
een schitterend mooi breisje****


Countryman Ray

*strijsje: kadansversje
**vijsje: fluiterijtje
***kleisje: trompetje
****breisje: authentiek muziekstukje van vroeger

woensdag 13 oktober 2010

The Ghost Train

In de zomer van 1901 verdween er tussen Juniper en Chicago een complete veetrein. Niemand wist wat er gebeurd was, en tot op de dag van vandaag is het een groot mysterie, dat de lokale bevolking bezig houdt. Echter, op basis van oude landkaarten die ik heb bekeken, heb ik wel een aardig goed idee van wat er aan de hand kan zijn geweest.


het fluitsignaal klinkt
de wielen rollen in de maat
richting Chicago
het is een mooie dag
veertien wagons
veertig mijl per uur

de machinist geniet
de stoker zweet

en dan gaat er iets mis:
bij Locks Crossing
staat een wissel verkeerd

de trein rammelt over
afgedankt spoor
kan niet meer remmen
en gaat
regelrecht
een oude mijngang in

het mysterie is geboren


Countryman Ray

maandag 11 oktober 2010

Yeh yeh

Veel mensen denken dat de Yeh yeh-stroming uit Frankrijk komt, maar niets is minder waar. Yeh yeh komt van de Amounite-cowboyclan uit het Zuiden van Utah. Ze waren niet bijster intelligent en dat straalt ook af op de Yeh yeh-liedjes. Na het lezen van de dichtbundel Yeh yeh weet ik het zeker: het is echt erbarmelijk plat en slap. Het gedicht heet Yeh yeh en is een soort bluesliedje. De voorzanger zong een verhaal en het publiek zong steeds Yeh yeh in reactie. Aan het einde van de achtregelige tekst, werd en naar hartelust geyehyeht en gelachen, waarna de volgende voorzanger opstond en een liedje deed.

Op een morgen, het was na achten
Yeh yeh
Stond ik op en deed een plas
Yeh yeh
Ik zag tot mijn grote schrik
Yeh yeh
Dat mij piem gekrompen was
Yeh yeh
Ik dacht was is dit nu?
Yeh yeh
Maar toen keer ik beter
Yeh yeh
Stond ik daar plompverloren
Yeh yeh
Te plassen met mijn schoenveter
Yeh yeh (12 x)


Countryman Ray

vrijdag 8 oktober 2010

Little Queenie

Nou, dat waren dus de limericks. Ik ga in de toekomst vaker dit soort kleine series doen. Nu weer over de tot de orde van de dag, of liever gezegd de nacht. In veel western-dorpen en steden was er 's nachts namelijk heel wat activiteit. Bijvoorbeeld van de dames van lichte zeden, zoals ene Little Queenie die actief was in River City, Oregon. Wat ze deed wordt in onderstaand gedicht beschreven.


rond acht uur 's avonds werd Queenie actief
de cowboys drinkend in de saloon,
(hun buidels puilend van de dollars)
hunkerden naar wat liefde -

vonden die in Little Queenie;
ze volgden haar gretig naar boven
daar gaf ze hen nog een whisky
met een extraatje er in

als ze dan eindelijk wakker werden,
het hoofd bonkend van de pijn
waren Queenie en hun dollars
ver, ver weg


Countryman Ray

woensdag 6 oktober 2010

Western-limerick (5)

Zo, voorlopig de laatste limerick. We hebben wel weer genoeg gelachen. Deze gaat over een stoomtrein en de dreiging van een indiaan op een paard. Want zoals je weet: indianen stalen alles wat los en vast zat, als ze de kans kregen.

In de stoomtrein van Wolftown naar Foxhol
zat op een dag meneer Jansons, met de beurs vol
hij riep ontzet tegen zijn oma:
dat is geen gewone indiaan, maar een Roma
bij het zien van een indiaan op een zwarte knol


Countryman Ray

maandag 4 oktober 2010

Western-limerick (4)

Deze limerick slaat terug op de periode rond 1920. Ook op de prairie kwam dat duivelse vervoermiddel opzetten.


een oude koetsier uit Prairie Creek
was van al die T-Fords behoorlijk ziek
"auto's zijn straks overal
wat een stank en geknal
met mijn koets ben ik straks uniek!"


Countryman Ray

vrijdag 1 oktober 2010

Western-limerick (3)

Zo tegen het weekend aan worden ook de limericks wat meliger. Hier eentje over een het benaderen van een apart vrouwspersoon, van wie je je kunt afvragen: was dat wel zo'n goed idee?

Een bevallige dame uit Fort Knock
had een zware stem, heel barok
de mannen wantrouwden de zaak
want nooit was het eens raak
zij liet zich niet kijken onder de rok


Countryman Ray