maandag 31 mei 2010

Lumberjacker Jack

De man met de meeste humor in het Wilde Westen was ongetwijfeld Lumberjacker Jack. Zelfs aan het einde van zijn leven had hij nog een grap in petto. Terwijl hij stervende was, citeerde hij zijn grafschrift aan collega Pablo. Ongelooflijk, maar waar. Als je tenminste de mondelinge overlevering gelooft.


Het zaagwerk was noest
De boom, metersdik
Kantelde ruisend woest
En daaronder, daar lag ik


Countryman Ray

vrijdag 28 mei 2010

Child's play

Als het over de goede oude tijd van de prairie gaat, dan hebben we het meestal niet over kinderen. Toch waren die er natuurlijk wel. Ze hadden de tijd van hun leven met spelen, ravotten en struinen door de uitgestrekte natuur. Soms waren ze getuige van de doortocht van groepen ruiters, dan weer van een karavaan, dan weer van een indiaanse hinderlaag. Never a dull moment dus. Het volgende gedicht geeft weer hoe een gemiddeld kind destijds zijn leven leefde, gezien door de ogen van een 9-jarig jongetje.


op de prairie is het tof
er is altijd wat te doen
er zijn veel slangen
misschien wel een miljoen

je kunt hier heel goed rennen
en je kunt hier goed spelen
en als er soms strijd is
dan hoef je je niet te vervelen

met de sheriff kun je lachen
want hij is niet zo snugger
hij zit ons soms achterna
maar wij zijn altijd vlugger

maar het mooist is de general store
daar kun je zo goed gappen
maar pas daar wel even op
dat ze je niet betrappen

ik zou niet willen ruilen
met kinderen in de stad
want later word ik cowboy
dat lijkt me wel heel wat

dan ga ik ook naar de saloon
tussen alle stoere binken
want dan gaan we vechten
en heel veel whisky drinken


Countryman Ray

woensdag 26 mei 2010

The Kraft of the Hoover

Helmut Heinrichs was een cowboy met Duitse voorvaderen. Hij woonde tussen Arizona en Nevada, op de plaats waar tegenwoordig de impossante Hoover Dam staat. Helmut was niet alleen Duitser, maar ook vrij onnozel, want toen de Colorado River begon te kolken en te stijgen, bedacht Helmut -in zijn vrije tijd een niet onverdienstelijk amateurfotograaf- dat het een goed idee zou zijn om foto's van het natuurgeweld te maken. Niet voor niets is later de Hoover Dam gebouwd: de Colorado River raasde als een bezetene door het landschap en nam alles mee dat op haar weg kwam: complete dorpen werden weggespoeld. Helmut Heinrichs dacht veilig te zitten achter een boomstam, maar hij en de stam bleken geen partij voor de watermassa. Helmut is nooit teruggevonden of aangespoeld, evenmin als zijn camera.


Het regende hard
de lucht was klam
het was de tijd
van voor de Hoover Dam

dus toen de rivier buiten haar oevers trad
lag gelijk het hele dorp plat
van Helmut is nooit meer wat vernomen
moet je maar niet zo dicht bij de waterkant komen


Countryman Ray

maandag 24 mei 2010

So beautiful

Het is maandag, dus is het weer liedtekstdag! Ik kreeg van een een lezeres de opmerking dat zij de laatste maanden de gedichten op deze blog vaak wel wat negatief qua onderwerp vond. Maar ja, hoezeer ik ook een prairieman ben, er zijn natuurlijk wel zekere aspecten aan de prairie die iets minder fraai zijn, en die mogen echt niet onbenoemd blijven. Ik zal het echter goedmaken met een positieve oude liedtekst, een kolonistenlied om precies te zijn. Als ze eenmaal op de Westoever van de Mississippi waren joegen de kolonisten de oorspronkelijke bevolking weg en bouwden onderweg illegale nederzettingen, vaak ook nog met een metershoog hek er om heen, onder het zingen van dit lied. Het werd gezongen zonder begeleiding, en meestal in canon. Het mooiste klonk het als mannen en vrouwen elk telkens een opvolgende canon deden. Waar het lied over gaat is meteen duidelijk, dus dat ga ik hier niet uitleggen.

de prairie is zo mooi, zo mooi
de prairie is zo mooi
kijk maar naar het toffe zand
de rode rotsenrand

de prairie is zo mooi, zo mooi
de prairie is zo mooi
zie het uitgestrekte land
nergens een waterkant

de prairie is zo mooi, zo mooi
de prairie is zo mooi
voel de hete zonnebrand
verlies niet je verstand

de prairie is zo mooi, zo mooi
de prairie is zo mooi
neem je merrie aan de hand
bemerk de sterke band

de prairie is zo mooi, zo mooi
de prairie is zo mooi
de prairie is zo mooi, zo mooi
de prairie is zo mooi

(vanaf hier kan het lied naar believen herhaald worden)


Countryman Ray

vrijdag 21 mei 2010

To Jack O'Neahrgghey

Goh, wat kreeg ik veel leuke reacties op mijn gedicht van eergisteren. Daarom vandaag nog een grafschrift en volgende week nog een paar. Ik put hiervoor uit het boekje 'One foot in the grave' uit 1863. Niet het originele hoor, ik heb een herdruk uit 1865.
Het verhaal van Jack O'Neahrgghey is snel verteld: hij kwam uit Wales en had daarom een onuitspreekbare achternaam. Voor de gemiddelde cowboy klonk het als een belediging en dat is precies wat er misging op een mistroostige avond in 1855, toen Jack de verkeerde tegenkwam in het steegje.


Jack O'Neahrgghey ligt hier te rusten
een man zonder daden of faam
in een knalrode pantalon
en een vloekende achternaam


Countryman Ray

woensdag 19 mei 2010

The Scalp

Vandaag hou ik het kort.
Op de prairie houden we niet van gedoe of uitgebreide uitweidingen. Iets is zo, of iets is niet zo.

Ook met de grafschriften zijn we op de prairie kort en to the point. Vandaag daarom een gedicht dat als grafschrift op een ruwhouten kruis staat, op een kerkhof bij Union City. Het is het graf van een cowboy.


hier ligt Hank O'Dowd
botten tussen hout
want een roodhuid
stal zijn hoofdhuid


Countryman Ray

maandag 17 mei 2010

Concrete Coby

Er hangt altijd een zweem van kracht en moed om belangrijke vrouwen uit het Wilde Westen. Calamity Jane was onverschrokken en knalde vanonder haar schort hele hordes outlaws naar de eeuwige jachtvelden; Penny Courage schoot met brandende pijlen menig karavaan naar de Filistijnen en de vrouw die ik vandaag bedicht is ook niet voor de poes: Concrete Coby.
Coby had een voorliefde voor beton en ze ging er regelmatig op uit om bandieten te overgieten met beton. Het was een beetje vreemd, maar desondanks effectief. Coby stierf uiteindelijk bij het maken van 60 ton beton, bedoeld voor een indianenstam. Ze is 79 jaar geworden. Het gedicht is een zogenaamd vrij vers, en heeft dus geen rijm, metrum, en wat al niet meer.


Coby had een klap van de betonmolen gekregen
en tuimelde voorover in haar eigen brouwsel
als een heks van haar bezemsteel

De schrik zat er goed in bij haar vijanden
die 's nachts niet slapen dorsten
vanwege de concrete dreiging te veranderen in een klomp

Je kon het vreemde niet uit Coby halen
maar Coby wel van een vreemde onderscheiden
daar was ze mal genoeg voor

En toch is ze beroemd geworden
en berucht om haar vakkundigheid
want hoewel beton niet iets is waar veel mee werd gedaan
heeft zij het op de kaart gezet.


Countryman Ray

vrijdag 14 mei 2010

Ducky Duke

Vroeger zwierf er op de prairie de bende van de Waltons rond, vier gemene broers die sprekend op elkaar leken. Ze hadden het vaak voorzien op Ducky Duke, een Engelse hertog die naar Amerika was gekomen om een eendenfarm op te zetten (vandaar zijn bijnaam). De Waltons probeerden vaak het prikkeldraad te stelen waarmee Ducky Duke zijn farm had omheind. Daarbij werden ze steevast door de sheriff gearresteerd. Hij had ze al zo vaak in zijn gevangenis gegooid, dat hij standaard arrestatieformulieren had laten drukken met hun namen er alvast op.

Ducky Duke was getrouwd met Holly Hoker, een Engelse aristocrate die haar man naar Amerika was gevolgd. Ze was niet zo gelukkig op de prairie, wat ik wel wat merkwaardig vind. Afijn, het volgende gedicht gaat over haar en haar sehnsucht en heimwee. Het is een sonnet, dit voor de kenners.


Holly Hoker, wat heb je toch gedacht
toen je opeens de oceaan overstak?
heb je in stilte gebeden om kracht
was het jouw hart dat even brak?

en heb je mooie dromen gehad
toen je Engeland voorgoed verliet?
je man wees dan wel stoer het pad
maar wat lag er in het verschiet?

en nu de jaren langzaam vergaan
zie ik steeds vaker tranen, Holly-lief
je man leeft steeds meer in zijn waan
en elke Walton is nog steeds een dief

waar is Engeland, waar is nu je stek?
en wie hou je eigenlijk voor de gek?


Countryman Ray

woensdag 12 mei 2010

Wobbly road

Na de abstracte gedichtencyclus weer tijd voor een 'gewoon' gedicht. Deze keer uit de betrekkelijk oude doos, namelijk uit het einde van de negentiende eeuw. De locatie is het zuiden van Arizona en de gebroeders McNeal zijn de broers waarover het gedicht gaat. Zij hadden een wegenaanlegbedrijf dat niet zo best rendeerde. Daarom gingen de broers er 's nachts en tijdens kerkdiensten op uit om de wegen te vernielen: ze groeven gaten en maakten bochten onklaar. Daarna moesten zij de schade herstellen en kregen daar vorstelijk voor betaald. Dat het uiteindelijk niet goed kon gaan, blijkt uit het gedicht.


De gaten waren niet om aan te zien
de hobbels breder dan de wegen
menig steen lag in de bochten
de karrenwielen konden er met moeite tegen

Pas als de gebroeders opnieuw waren gekomen
en het wegdek hadden geplaveid
konden de mensen hun weg vervolgen
maar waren zij honderden dollars kwijt

Des nachts, tijdens een sabotagetocht
knepen de broers in het duister de kat
en terwijl ze met hun wagen verdertrokken
reden ze met de vooras in een heel diep gat

De broers raakten ten val en buiten westen
de mensen vonden ze met alle spullen
om gaten te graven en de weg te vernielen
die gebruikten ze daarna zelf om de boel te vullen

De broers werden ter plekke bedolven
er is nooit meer een gat bijgekomen
en de mensen in het dorp houden weer geld over
voor een bosje hier en daar, en lover
zodat zij vanaf de weg zicht hebben op een rijtje bomen


Coutryman Ray

maandag 10 mei 2010

Abstract 6 - The Hanging

Net als vorige week ook nu weer een abstract westerngedicht. Want die bestaan! Sinds ik 'The abstract truth about cowdians and inboys' van Dick Bonaventura heb gelezen, is dat duidelijk. Deze week zal ik dus voor jullie nog een laatste abstract westerngedicht op de Prairie Creek Chronicle Gazette plaatsen. Vandaag het laatste deel: De Galg


mijn ogen in paardehoeven
geen genade voor
het rood van de
horizon

rondjes om de kerk
rondjes om de kerk
waarom?

ik droom mezelf Petra
Else Jekel

een woordenstroom van riet
achter elke glimlach een
Colt .45

blikken kunnen doden
bonen in saus op mijn hoofd
taai is de gehangene
de galg buigt deemoedig


Countryman Ray

vrijdag 7 mei 2010

Celebration

Vandaag is een belangrijke dag. Niet alleen werd op deze dag in 1843 Bronco "John" Swinkle benoemd tot sheriff van Prairie Creek, Arizona (een positie die hij liefst 53 jaar zou bekleden!!!) maar het is vandaag ook de eerste verjaardag van de Countryman Ray blog! Ik ben al door vele vaste lezers gefeliciteerd, en daarnaast door o.a. de Dutch Linedancing Federation, The Arizona Bureau Of Tourism, de Vereniging voor Bestudering van de Indiaanse Cultuur, Country and Western Shop Vlagtwedde en de Klaverjasclub Harten Zeven uit Bussum.

Vandaag een gedicht over een viering. Op de prairie werd vroeger heel wat afgevierd, dat is helaas allemaal wat minder tegenwoordig. Onderstaand gedicht is een voorbeeld van een westerngedicht zoals dat voorgedragen werd tijdens een viering. In dit geval het 1-jarig jubileum van de definitieve verdrijving van een beruchte veeplaag in het oude Wilde Westen.


hoera, wij vieren hier een klein feestje
wij zingen luid, niemand die fluistert
sinds een jaar zijn we af van het beestje
dat naar de naam horzel luistert

het was geen geluk maar wijsheid
dat ons voor altoos van hem bevrijdde
want Old Man Bill, in al zijn grijsheid
schoof het insect zo handig terzijde,

met zijn spuit vol gif en venijn!
het recept had hij zelf bedacht
zo kregen wij dat beestje klein
en daarom wordt Old Man Bill herdacht

dus laten we zingen en drinken
voor de man met het boerenverstand
laat zijn naam in vreugde klinken
hij, de redder van het prairieland!


Countryman Ray

woensdag 5 mei 2010

Abstract 5: The Tin Can

Net als vorige week ook de komende week weer abstracte westerngedichten. Want ze bestaan! Sinds ik 'The abstract truth about cowdians and inboys' van Dick Bonaventura heb gelezen, is dat duidelijk. Deze week zal ik dus voor jullie nog enkele belangrijke abstracte westerngedichten op de Prairie Creek Chronicle Gazette plaatsen. Vandaag een minimalistisch deel 5: The Tin Can


ik
hier

alleen

in
de

eenzaamheid

een
blikje
met
ruimte

ik
schiet

droom
voorbij


Countryman Ray

maandag 3 mei 2010

Abstract 4: The Drenching Well

Net als vorige week ook de komende week weer abstracte westerngedichten. Want ze bestaan! Sinds ik 'The abstract truth about cowdians and inboys' van Dick Bonaventura heb gelezen, is dat duidelijk. De komende week zal ik dus voor jullie nog enkele belangrijke abstracte westerngedichten op de Prairie Creek Chronicle Gazette plaatsen. Vandaag deel 4: De Drenkput. Ik heb werkelijk geen idee waar het over gaat. Wellicht kan een van de lezers uitkomst bieden.


laat duizend prairies bloeien met
grinnikende buffels in driekwartgalop - zij
scheren de cowboy langs zijn
illusies in vergezichten maar nee geen kleur

ik droom van werelden ver doofstom
laat me niet buiten
laat me niet binnen
dender door de kamer van
verloren boodschappen

een cowboy een cowboy, jaja
nooit tevreden, maar altijd
een indiaan nee geen cowboy

laat me roepen vanuit de
drenkput van mijn bestaan
een drenkput op de prairie
geen mens doet een drenkput na



Countryman Ray