vrijdag 30 april 2010

Abstract 3: Pearl Harbor

Veel van mijn bloglezers vragen mij wel eens: Ray, zijn er ook abstracte westerngedichten? En steeds moet ik antwoorden: voor zover ik weet niet. Maar sinds ik 'The abstract truth about cowdians and inboys' van Dick Bonaventura heb gelezen, weet ik beter. De komende twee weken zal ik voor jullie de belangrijkste abstracte westerngedichten op de Prairie Creek Chronicle Gazette plaatsen. Vandaag deel 3: Pearl Harbor, een gedicht over de aanval van een horde Japanse cowboys op Arizona.


Harakiri!
Loze kiai!
Sugoooooi!
Ah.
Plof.
Anata!
Plof.
Plof.
Plof.
Einde van de westernbeschaving.


Countryman Ray

woensdag 28 april 2010

Abstract 2: Qwerty

Veel van mijn bloglezers vragen mij wel eens: Ray, zijn er ook abstracte westerngedichten? En steeds moet ik antwoorden: voor zover ik weet niet. Maar sinds ik 'The abstract truth about cowdians and inboys' van Dick Bonaventura heb gelezen, weet ik beter. De komende twee weken zal ik voor jullie de belangrijkste abstracte westerngedichten op de Prairie Creek Chronicle Gazette plaatsen. Vandaag deel 2: Qwerty, een gedicht waar ik geen touw aan vast kan knopen, maar wat lijkt te gaan over een vakantiearrangement zoals ik dat afgelopen zomer heb beleefd in Arizona.


Heel gemakkelijk zonder centje
pijn staan wij voor u helpen
met alles van de natuur te doen
paardenmiddel en meer middelen
zo bij u eenmalig en zonder zorgen
morgen gebracht bij u
en alles is gewoon u mag alles
zon, bomen en veel zand
ideale situaties niet?
ja opzadelen en te rijden
u?
wild niet echt maar wel heel mooi
intrinsiek schitterend
zonondergangzicht


Countryman Ray

maandag 26 april 2010

Abstract 1: Obla die obla da

Veel van mijn bloglezers vragen mij wel eens: Ray, zijn er ook abstracte westerngedichten? En steeds moet ik antwoorden: voor zover ik weet niet. Maar sinds ik 'The abstract truth about cowdians and inboys' van Dick Bonaventura heb gelezen, weet ik beter. De komende twee weken zal ik voor jullie de belangrijkste abstracte westerngedichten op de Prairie Creek Chronicle Gazette plaatsen. Vandaag deel 1: het acrostichon Obla die obla da, over de abstracte, oorspronkelijke vijand van de cowboys: de andiaan.


Oude
Boom
Late
Avondzon

Die
Is
Ergens

Onze
Bitterheid
Laaft
Achterdocht

Duivelse
Andianen


Countryman Ray

vrijdag 23 april 2010

Happy in the Dumbway

Een gedicht uit de oude doosch deze keer. Het gaat over het wilde westen en de prairie en dan met name over de ongemakken die het leven aldaar met zich meebrengt. Het is een sonnet, een versvorm waarin Nederlandse dichters van vroeger graag schreven. J.C. Bloem was er goed in, alsmede J.P Rawie en J.J. Jansen.
Dit sonnet is mondeling overgeleverd van vader op zoon en vindt zijn oorsprong in Nantukkia, een grensplaatsje nabij Nevada en Arizona.


De prairie is voor sagen of legenden
en dan: wat is de prairie meer dan zand?
een kale vlakte, een buitelend' amarant,
een ideale hangout voor een roversbende.

En wat te zeggen van 't gebrek aan regen
het stuifzand zit er weldra in je oren
het verzengende kan zelfs de indiaan niet bekoren
en een cowboy kan er al helemaal niet tegen.

Alles is veel voor wie niet veel te doen heeft
de prairie heeft de mens op achterstand gezet
op een zorgeloos leven past geen enkele maat

Zo heb ik de prairie jarenlang overleefd,
en kan ik uren kijken naar een vergeeld portret
waarop een jongeman zo dapper staat


Countryman Ray

woensdag 21 april 2010

The times they are a-changing

Eind negentiende eeuw werd er olie gevonden op de prairie. Na de spoorlijnen kwamen er nu ook boortorens en pijpleidingen het landschap ontsieren. Menige cowboy van de oude stempel was dat een doorn in het oog. Maar aangezien de meeste van hen plichtsgetrouwe en gezagsgetrouwe mannen waren, kwamen ze niet opstand zoals nu vele burgers wel doen tegen kolencentrales en windmolenparken. De cowboy zette zich hooguit 's avonds in een melancholieke bui neer bij zijn kampvuur en tokkelde dan wat op zijn gitaar. Of er kwam een gedicht in hem op, en dat had er zo uit kunnen zien:


wat keek ik graag in de verte
waar bergen mijn blik bepaalden
en wat zag ik mooie vlaktes
waar cactussen trots praalden

nu zie ik boortorens van hout
en olie in grote plassen
de pluim van een lokomotief
zijn rook verpest de gewassen

wat is er geworden van mijn land
hoeveel schade komt er nog meer?
al die wezensvreemde zaken
wie komt er in het geweer?

mijn prairie is onherkenbaar
dat is de nieuwe tijd, zegt men
vooruitgang is goed naar het schijnt
maar dit is een tijd die ik niet ken


Countryman Ray

maandag 19 april 2010

Say no to taxes

De grootste misvatting tijdens het wilde westen vond plaats in 1888, toen de toenmalige variété-artiest John McCracken een hit had met het liedje 'Say no to taxes'. Dat liedje ging over de invoering van een belastingsysteem, dat tot dan toe niet bekend was in het midden van Amerika. Het afdragen van geld aan een federale overheid was niet bepaald de vrijheid die veel cowboys voor ogen hadden. Er was -om het kort te zeggen- niet veel affiniteit met het belastinggebeuren.
Logisch dus, zou je zeggen, dat een snerpend liedje over het vermaledijde belastingssysteem insloeg als een bom. Iedereen zong het mee en McCracken had veel succes. Totdat men er in de zuidelijke staat Texas van hoorde. Heden ten dage staat Texas al niet bekend om zijn fijnbesnaarde volk, maar toentertijd helemaal niet. Het was een horde ongemanierde wilden die op alles schoot waar de wind onder kwam. Helaas was McCracken onvoldoende van deze feiten op de hoogte en zo toog de artiest op zijn paard naar het zuiden. Eenmaal binnen de staatsgrenzen van Texas werd hij opgepakt. De reden lag voor de hand: iemand die 'say no to Texas' zingt, kan niet deugen. Voordat McCracken het had uitgelegd, hing hij al in stukken aan een boom. Door de rest van Amerika worden Texanen sindsdien gezien als het uitschot op aarde en is er nooit meer een fatsoenlijk figuur uit die rotstaat voortgekomen, wat wij daar ook over denken.

McCracken was de man
hij had een prachtig lied
horden fans die zongen het
tegenstanders had hij niet

Hij rekende buiten de Texaan
het onbehouwen volk
ze trokken hem van zijn paard
onder bedreiging van een dolk

Twee uur later hing de zanger
aan een hoge tak te zwiepen
je zou die teringtexanen
zo van de aarde kiepen

En de belastingen, dat dan weer wel
werden sindsdien nooit meer bezongen
want je was je leven niet zeker
dat hadden de Texanen mooi bedongen


Countryman Ray

vrijdag 16 april 2010

The Wrong Joke

Op de prairie was het leven hard, ik heb dat al vaker gememoreerd. Zwaar werk, lange dagen, hitte, stof, ongedierte, veel kans op ongelukken en slechts af en toe een beetje vertier. Bijv. in de saloon, of anders in de kamers erboven (zie de entry van 14 april). Een van de meest tragische bijfiguren uit de nadagen van het klassieke Wilde Westen was de stand-up comedian Franklin "Funny Face" Robson. Hij maakte in 1902 een tournee over de prairie met zijn one man show "All I can do is look after some cows". Dit was een duidelijke sneer naar de intellecuele capaciteiten van cowboys. Die vonden het dan ook helemaal niet grappig wat Franklin over hen zei. Met name een zinsnede uit het liedje "When the cows go to sleep" viel meestal verkeerd ("They go crazy when they see a bit of tit/ 'cause they have a brain made of cow-shit"). Over die discrepantie tussen de grove woorden van Franklin enerzijds, en de hooggespannen verwachtingen van de cowboys anderzijds op een avondje uit, gaat het volgende gedicht.


je maakte de verkeerde grappen
en lag direct na de show steevast
het genade-zand te happen

vier dorpen lang ging het wel goed
toen raakte je geluk een beetje op
men vond later nog je riem en je hoed

tja, in een barre omgeving als hier
moet je wel een tikje aangepast zijn
en jij, jij bracht het verkeerde vertier

kijk, er waren wel mietjes in het publiek
maar had dat nu toch niet gezegd
ze schoten op jou want jij schoot in hun wiek

rust zacht, Franklin, in het prairiezand
niemand weet precies waar je ligt
je dood haalde niet eens de krant


Countryman Ray

woensdag 14 april 2010

Slutty itching

Cowboys en indianen, dat is wat de meeste mensen met het ruige prairieleven associëren. Maar natuurlijk waren er ook genoeg vrouwen in die tijd aanwezig. Zij werkten thuis of verbouwden groente op een bescheiden landje achter het houten huisje, zoals je bij het Kleine huis op de prairie altijd ziet. Vrouwen droegen lange, ongebleekt katoenen rokken, met kapjes op het hoofd tegen het stof.
Een duidelijk ander slag vrouwen hing 's avonds rond in de saloons. Zij waren de meisjes van lichte zeden, of zelfs helemaal geen zeden. Ondergoedloos, overspelig en altijd behoeftig: het waren de risicodragers van het wilde westen. Eenmaal door zo'n lichtekooi verwend, kon je soms een maand niet fatsoenlijk in je zadel blijven zitten.


Ze was een nymfomane
er stond geen rem op haar
had zij er eentje opgepikt
dan stond ze even later klaar
om de volgende te paaien
voor wat duiten en een slok
en wat zij onder de rok verborg
dat was de allergrootste gok
had je last van rode bulten
of van platjes om je zaak
dan wist je was overkomen
de nymfomane schoot weer raak


Countryman Ray

maandag 12 april 2010

So close and yet so far away

Zoals de trouwe lezers van mijn blog al weten is maandag liedtekstdag. Elke maandag vertaal ik een liedtekst uit het Wilde Westen c.q. van de prairie.
Op de prairie had je al snel na de uitvinding van de stoomtrein een uitgebreid netwerk van spoorlijnen. Door spoorwegpersoneel werd veel gezongen. Elke beroepsgroep binnen die spoorwegwerkers had een eigen repertoire aan liederen. De machinisten en stokers zongen vaak opgewekte reisliederen, de conducteurs hielden van strakke gezagsgetrouwe songs en psalmen. De werkplaatsmedewerkers zongen vaak melancholieke liederen over het niet van je plaats komen ondanks de nabijheid van zoveel treinen. Daar volgt nu een voorbeeld van. Ik vond het in de bundel "Collected Railwaysongs 1840-1870" van de destijds beroemde componist en tekstdichter Stephen Newhouse-Starrywood.


Zo dichtbij en toch zo ver weg

we zijn zo dichtbij de lokomotieven
maar we reizen niet naar believen
we komen niet van onze plaats

we onderhouden en repareren
zouden graag een ritje begeren
maar komen niet van onze plaats

Refr.:

hier zijn we om steeds te werken
en hier zullen we altijd zijn
in deze werkplaats van de trein
mag men ons verdriet niet merken

we zien de reizigers zwaaien
horen hoe de vlammen laaien
we blijven achter als de trein vertrekt

we zijn daarom soms wel wat bedroefd
hadden graag eens elders vertoeft
maar blijven achter als de trein vertrekt

Refr.:

hier zijn we om steeds te werken
en hier zullen we altijd zijn
in deze werkplaats van de trein
mag men ons verdriet niet merken

we zijn dus verdoemd en gebonden
als we toch eens reizen konden!
maar dat zit er niet voor ons in

Refr.:

hier zijn we om steeds te werken
en hier zullen we altijd zijn
in deze werkplaats van de trein
mag men ons verdriet niet merken


Countryman Ray

vrijdag 9 april 2010

Big Beer

In het Wilde Westen was niet iedereen even belangrijk. Sommige mensen bleven hun hele leven onbekend, en daarmee verschilt het prairieleven nauwelijks van het onze. Eén van die tamelijk onbekende types woonde in het noorden van Nevada, in Buttle County. Hij heette George McNeel, was boer en het enige wat we van 'm weten is zijn enorme lengte. Hij was meer dan twee meter. Tel daarbij op dat hij meer dan 120 kilo woog en je kunt je voorstellen wat voor een figuur het was. Dat dorpsbewoners hem Grote Beer noemden, was dan ook niet verwonderlijk. Daarover gaat het gedicht.


Zijn naam was Grote Beer
dat was het wel zo ongeveer


Countryman Ray

woensdag 7 april 2010

Serving cold beer

Vandaag een ode aan een groep prairiebewoners die je gauw zou vergeten: de uitbaters van de talloze saloons. Elke dorp had er tenminste eentje, en soms wel drie of vier. Niet zelden kon je er niet alleen terecht voor een glas bier, maar ook voor een genoeglijk uurtje met een dame die het met de zeden niet zo nauw nam. De uitbaters hadden het vaak zwaar te verduren, regelmatig ging het meubilair aan puin bij een vuistgevecht. Ook werden ze weleens afgeperst door bendes bandieten. Daarom een ode aan deze mannen en vrouwen met een zwaar beroep.


je bier was niet altijd even vers
maar het was altoos aanwezig
je zaak was niet zo vaak schoon
maar elke dag open voor publiek

je stoelen vlogen soms door de lucht
maar je zette ze steeds weer rechtop
je meisjes vroegen soms wat teveel
maar gingen immer mee naar boven

je was de wanhoop wel eens nabij
maar zette door met hernieuwde moed
je schort stond vaak stijf van het vuil
maar je was er altijd voor je klanten

daarom ben je een held, onmisbaar
op de prairie, want geen dorstige keel
klopte bij jouw saloon vergeefs aan
symbool van ontspanning en vrijheid


Countryman Ray

maandag 5 april 2010

Old song of the West

Tijdens de trek van het oosten naar het westen van Amerika kwamen de huifkarren van de gelukszoekers op de raarste plaatsen. Vooral de streek Benedas in Colorado, dat sowieso al niet bekend stond om zijn vriendelijke entourage, was een regelrechte verschrikking voor de huifkarfamilies. Hun bevindingen werden mondeling overgedragen in een liedstructuur. Een van die liederen is bewaard gebleven (en na te lezen in How the west was won van songdeskundige Dick N. Larger). Dit is de vertaalde versie:


We kwamen uit het oosten ohee ohee
we trokken met de karren ohee ohee
maar waar we ook keken ohee ohee
dit was niet wat we wilden oh nee oh nee

het waren doornenstruiken ohee ohee
en modder aan de wielen ohee ohee
de paarden gingen kreupel ohee ohee
dit was niet wat we wilden oh nee oh nee

de trails die liepen dood ohee ohee
de afgronden waren diep ohee ohee
muggen, wespen, slangen ohee ohee
dit was niet wat we wilden oh nee oh nee

snel verder ging de tocht ohee ohee
met ziekten, builen, steken ohee ohee
we overleefden de gevaren ohee ohee
en kwamen aan de kust, LA, LA


Countryman Ray

vrijdag 2 april 2010

The False Prophet

Het is vandaag Goede Vrijdag. Het is de dag waarop we nadenken over het lijden. In het Wilde Westen was Goede Vrijdag geen bijzondere feestdag. Wel werd er extra aandacht besteed aan het opsporen en ophangen van verraders en onaangepaste individuen. Dat kon snel gaan; iemand die op donderdag op zijn ezeltje de stad binnenreed kon de vrijdag erop al aan de galg bungelen. Vanzelfsprekend betrof het hier vooral religieuze einzelgangers, die van de rechte Leer Van De Prairie af wilden wijken. Voor hen was er geen genade want het leven was hard in die tijd… Daarover gaat dit gedicht.


een muilezel was zijn schamel vervoer
en een grote mond zijn sterke punt
hij maakte over de praire een toer,
sloeg uit onzekerheid valse munt

als een profeet zag hij zichzelf, dat wel,
maar zijn plannen waren niet oprecht
hij speelde daarmee een gevaarlijk spel
beschouwde de cowboy als zijn knecht

hij wist niets af van de Wet van het Land,
het land van prairie en vrije geesten
hij schoof oude gewoontes aan de kant
was niet aangepast, zoals de meesten

hij verachtte de mores van land en stad
zijn hals paste mooi in de strop, niets te groot
het volk had nog nooit zoveel lol gehad
zijn ezeltje en kleren verden verloot


Countryman Ray