Een gedicht uit de oude doosch deze keer. Het gaat over het wilde westen en de prairie en dan met name over de ongemakken die het leven aldaar met zich meebrengt. Het is een sonnet, een versvorm waarin Nederlandse dichters van vroeger graag schreven. J.C. Bloem was er goed in, alsmede J.P Rawie en J.J. Jansen.
Dit sonnet is mondeling overgeleverd van vader op zoon en vindt zijn oorsprong in Nantukkia, een grensplaatsje nabij Nevada en Arizona.
De prairie is voor sagen of legenden
en dan: wat is de prairie meer dan zand?
een kale vlakte, een buitelend' amarant,
een ideale hangout voor een roversbende.
En wat te zeggen van 't gebrek aan regen
het stuifzand zit er weldra in je oren
het verzengende kan zelfs de indiaan niet bekoren
en een cowboy kan er al helemaal niet tegen.
Alles is veel voor wie niet veel te doen heeft
de prairie heeft de mens op achterstand gezet
op een zorgeloos leven past geen enkele maat
Zo heb ik de prairie jarenlang overleefd,
en kan ik uren kijken naar een vergeeld portret
waarop een jongeman zo dapper staat
Countryman Ray
vrijdag 23 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten