Afgelopen weekend zag ik een man zitten vissen aan de vijver vlak bij mijn huis. Echt een mannending, het vangen van een dier. Ik kan me wel iets voorstellen bij zijn gevoelens. En toch: het haalt het natuurlijk niet bij wat werkelijk stoere kerels doen, en wat in het Wilde Westen voor elke cowboy dagelijks werk was, namelijk echte wilde, soms gevaarlijke beesten vangen. Wilde koeien, dolle stieren, losgebroken paarden. Dat inspireerde me tot het volgende gedicht.
De stier is gezien, en hij
ziet de cowboy
langzaam draaien ze om elkaar heen
de stier ziet kansen maar
de cowboy is er klaar voor,
pakt zijn trouwe lasso
met ervaren hand zwaait en
zwiept hij, het geluid is hem
welbekend, de stier hoort het
hij aarzelt, bokt, springt opzij
de cowboy werpt en het is
raak!
de stier spartelt tegen
voelt het touw om zijn horens
wil weg, gooit zijn achterpoten
hoog in de lucht
het is
vergeefs
de cowboy haalt het touw
moeizaam naar zich toe
en wint de strijd
deze stier ontsnapt niet meer
Countryman Ray
Geen opmerkingen:
Een reactie posten