Ook op de prairie rukt de industrialisatie op. Tijdens mijn trektocht door Arizona werd me vaak pijnlijk duidelijk hoe weinig ongerepte natuur er nog over is. Vooral de bovengrondse olie- en gaspijpen doorkliefden de natuur op een onbarmhartige manier. Het paard had er geen last van: dat sprong er geroutineerd overheen. Die was het dus al gewend, ik een stuk minder. Over die acceptatie gaat het volgende gedicht:
De kaarsrechte kromming
blinkt in de bovenzon
en zindert glanzend
tegen de natuur in
Daar
in de diepte ligt het gapende goud
en het gas belsgewijs opgeslagen
We moeten het hebben
en rusten niet
voordat de hele prairie
is vergeven van de buizen
Alleen dan kunnen we zeggen
geef ons heden ons dagelijks loon
en verlos ons van de schoonheid
van de leegte
en het schitterende
van de afwezigheid van de mens
Countryman Ray
maandag 14 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten